Het energiebeleid van de Europese Unie is de laatste jaren sterk geëvolueerd. Dit heeft uiteraard een impact gehad op de energiemarkt en alle spelers in het veld, die zich moeten proberen te handhaven in een competitieve (eengemaakte) markt. Om nog maar te zwijgen van de uitdagingen waar ze voor staan. Deze post belicht de drie belangrijkste, specifiek voor TSO's.
Om de evolutie van Transmissiesysteemoperatoren (TSO's) in de gasmarkt te verduidelijken, is het belangrijk te begrijpen hoe de Europese energiemarkt doorheen de tijd is geëvolueerd.
In het verleden bestonden er verschillende energiemarkten doorheen Europa, met heel wat bedrijven die monopolies hadden op de lokale markt. In België bijvoorbeeld hadden bedrijven als Distrigas efficiënte transportnetwerken uitgebouwd. Door de hoge kosten om deze netwerken op te zetten, was concurrentie nagenoeg onmogelijk. Daardoor waren consumentenprijzen vaak te hoog en waren excessen in capaciteit ten gevolge van overinvesteringen niet ongewoon.
De nood aan concurrentie deed zich voor, waardoor consumenten hun providers konden kiezen en de prijzen onder druk kwamen te staan. Dit zorgde er voor dat Distrigas bijvoorbeeld gesplitst werd in een bedrijf dat verantwoordelijk was voor het verschepen van gas (Distrigas) – in concurrentie met andere verschepers op de markt – en een bedrijf dat zich enkel met transport bezighoudt (Fluxys).
Vandaag is een van de belangrijkste focuspunten van de EU inzake energiebeleid de creatie van een eenheidsmarkt voor gas enerzijds en elektriciteit anderzijds. Binnen deze markten kunnen leveranciers concurreren over een netwerk van grids. Energie wordt verhandeld, overgedragen en opgeslagen via infrastructuur (pijpleidingen, LNG terminals, elektriciteitslijnen, …) die nog steeds beheerd worden lokale, gecertifieerde bedrijven. Dit zijn de TSO's.
Zij brengen energie over van de producenten (gasproducenten of een centrale) naar de grote klanten (krachtcentrales, grote industriële bedrijven, …) of distributienetbeheerders (DNB's). Die laatste leveren de energie dan aan de uiteindelijke consument.
Het is het werk van de TSOs om te verzekeren dat energie binnen hun infrastructuur in balans blijft (de hoeveelheid energie die binnenkomt moet gelijk zijn aan de hoeveelheid die vertrekt). In België zijn er twee spelers als TSO actief: Fluxys voor gas en Elia voor elektriciteit.
Met welke uitdagingen hebben TSOs te kampen?
#1 Lokale aardgasproductie
Specifiek inzake de Europese gasmarkt zijn de veranderingen en de uitdagingen enorm. De gasproductie in Europa is eerder laag, met Nederland en Groot-Brittannië als grootste producenten.
De ontginning van gas uit het grootste gasveld van Europa in Groningen (Nederland) wordt echter stelselmatig afgebouwd omwille van een hele reeks van kleine aardbevingen in de regio en de bijhorende instabiliteit van de ondergrond. De gasproductie ginds zal aflopen in 2030. Dit betekent dat er alternatieven moeten worden gevonden om eigen huishoudens en afnemende buurlanden te kunnen blijven voorzien van gas. Het noorden van België importeert bijvoorbeeld laagcalorisch gas uit Nederland. Dit wordt gebruikt voor lokale consumptie of transmissie naar Frankrijk. Het gas van andere landen is hoogcalorisch, wat inhoudt dat het veranderen van gasproducent betekent dat de infrastructuur moet worden aangepast en/of vervangen.
Wat Groot-Brittannië betreft is het nog niet duidelijk welke gevolgen de Brexit zal hebben op de Europese gasmarkt. De Britten lagen aan de basis van de liberalisering van de energiemarkt en hadden een model uitgebouwd dat voor de rest van Europa als voorbeeld heeft gediend.
Alles bij elkaar is het zeker dat de EU (nog meer) afhankelijk zal zijn van gas uit landen als Rusland, Noorwegen, Algerije, etc. De EU werkt nauw samen met deze partijen om een continue bevoorrading van de gasmarkt te voorzien en onderbrekingen van welke aard dan ook te voorkomen. Er moet uiteraard verder in de nodige infrastructuur geïnvesteerd worden om gas van de grenzen van de EU over te brengen naar haar lidstaten.
#2 Klimaatverandering
Klimaatverandering vormt een andere grote uitdaging voor de Europese gasmarkt en haar TSO's. De EU heeft zichzelf tot doel gesteld 20% minder broeikasgassen uit te stoten tegen 2020. Aardgas is een fossiele brandstof, maar de CO2-uitstoot ervan ligt flink lager dan olie, steenkool etc. En omdat gasinfrastructuur reeds aanwezig is en grotendeels ontwikkeld is, kan deze dienen om uitstoot te verminderen. Ook de injectie van hernieuwbaar biogas (uit landbouwafval, meststoffen, etc.) in de bestaande infrastructuur behoort tot de mogelijkheden.
Niet alleen kan dit ervoor zorgen dat broeikasgassen worden teruggedrongen (bvb. biogas uit methaan afkomstig van mest, stortplaatsen, ...), maar gas kan ook een duurzaam alternatief zijn voor meer schadelijke fossiele brandstoffen. Biogas zou gebruikt kunnen worden om te verwarmen, stoom op te wekken, te koken… en in gecompresseerde vorm kan het dienen als brandstof voor wagens). Voor een grootschalige opwekking van biogas zijn er wel extra investeringen in infrastructuur en R&D nodig.
#3 Nood aan veiligheid in energievoorziening
Landen blijven investeren in hernieuwbare energie. Gasinfrastructuur kan gebruikt worden om een teveel aan energie over te brengen of op te slagen. Windmolens en zonnepanelen leveren energie op voorwaarde dat er voldoende wind of zonlicht is. Soms kan het zijn dat er te veel wind is, of dat er een tekort is aan energieproductie door de windmolen.
Daarom is het investeren in technologie voor het opslagen van overschotten datgene wat nodig kan zijn om tekorten in de energievoorziening op te vangen. Meer nog, gascentrales, net als centrales voor hernieuwbare energie, hebben de mogelijkheid om snel op te starten en uit te schakelen, iets wat kerncentrales niet kunnen.
Wat brengt de toekomst voor TSO’s?
Omdat het marktmodel in verandering is, moeten ook de TSO’s mee evolueren. Er vinden volop fusies en acquisities plaats, wat bedrijven toelaat hun (inter)nationale positie te verstevigen. Het is niet ongewoon voor bedrijven om TSO-certificaten te hebben voor verschillende infrastructuren doorheen Europa. Langs de andere kant, als gevolg van de ambitie van de EU om een eengemaakte gasmarkt te creëren, is het belangrijk dat TSO’s ook internationaal samenwerken.
Fluxys, Gasunie (de Nederlandse TSO) en Energinet.dk (de Deense TSO) werken bijvoorbeeld al nauw samen rond de ontwikkeling van een groen gassysteem door kennis, onderzoekstechnologie etc uit te wisselen.
Daarnaast is ook samenwerking binnen de eigen landsgrenzen van belang. In België bijvoorbeeld werken Fluxys en Elia samen om in een betrouwbare dienstverlening te voorzien. En dat is nodig, wetende dat de Belgische kerncentrales binnen 10 jaar hun deuren zullen sluiten en er voldoende alternatieven voorhanden dienen te zijn.
Onze bijdrage
Bij AE geloven we dat een sterke kennis van de Utilitiessector een verschil kan maken. We volgen trends uit de sector van dichtbij op om goed te begrijpen met welke uitdagingen onze klanten te maken hebben. Dit laat ons toe om hen bij te staan in hun investerings- en transformatieprocessen.
Wil je meer weten over Utilities? Ben je op zoek naar consultants met de juiste expertise in de Utilitiessector? Neem dan contact met ons op.